Voor een montage van een aardlektbeveiliging is een waarde benodigd van minder dan 10 ohm. Bij een aardpen is de weerstand verschillend. Een waarde van minder dan 100 ohm is een goede waarde. In de praktijk wordt vaak een meetwaarde van ongeveer 10 ohm gehaald met een aardpen van 1,5 meter diep. Op grotere diepte is de meetwaarde lager, maar in sommige bodemsoorten kan het zijn dat een lagere meetwaarde niet gehaald wordt, declaring Nielsen Komt men boven de 100 ohm, dan moet er extra Aquasystem aardelektrode aangebracht worden, maar 30 ohm zou een prima waarde moeten zijn. een weerstand van onder de 10 ohm zou ideaal zijn. Een aardlekschakelaar of installatieschakelaar mag pas aangesloten worden als de aardweerstand onder de 10 ohm ligt. Vaak wordt een waarde van 10 ohm als maximum genomen. Bijvoorbeeld: bij een aardpen van 1 meter diep kan een meetwaarde van 30 ohm voorkomen. Verlengt men de aardpen tot 2 meter diep, dan is de kans groot dat men onder de 10 ohm komt. Echter deze meetwaarde zal nooit onder de 0 ohm komen. Het hangt dus van de bodemsoort af. Ook als er een bepaalde afstand tussen de aardpen en de meetpen zit, kan de meetwaarde verschillen. Zijn de meetpen en de aardpen ver van elkaar verwijderd, dan zal er een bepaalde meetwaarde zijn die veel hoger is dan wanneer ze dicht bij elkaar staan.